Als je de stap genomen hebt om naar een therapeut te gaan voor hulp dan gebeurt dat meestal omdat je niet lekker in je vel zit. Daar kunnen 1001 redenen voor te geven zijn, maar het hoofdmotief is doorgaans dat je het zo niet meer wilt. Je bent op zoek naar hoe het anders kan en je wilt blij en gelukkig zijn met het leven en vooral gelukkig met jezelf. Soms kan het zijn dat je al diverse stappen hebt ondernomen en wellicht ook al therapie hebt ondergaan waardoor je redelijk in evenwicht bent. Maar voel je dat je nog een laagje dieper wilt omdat je merkt dat er nog iets zit en je jezelf beter wilt leren kennen.

De gebeurtenissen van het leven, de strubbelingen in relaties doen een appèl op ons emotionele weerstandsvermogen. Dood, ziektes en verlies horen bij het leven, maar zo’n zin is een dooddoener als je de kracht niet meer lijkt te hebben om buiten de pijn en verdriet nog oog te hebben voor het goede dat er wel is.

Niet alleen verdriet, ook ergernissen, boosheid en gevoelens van onmacht kunnen lichamelijk en geestelijk voor een uitputtingsslag zorgen. Het leven lijkt onrechtvaardig en je eigen kracht lijkt meer op een massa stress dan op een dosis energie waarmee je bergen kunt verzetten.

 

Crisis als kans

In therapeutenland wordt vaak gesproken over ‘crisis als kans’. Daarmee wordt bedoeld dat onze moeilijkheden ons de mogelijkheid bieden om te groeien. Dat klinkt makkelijker dan dat het is, maar een ieder die de moed heeft om de eigen binnenkamer te onderzoeken zal toegeven dat er beslist een kern van waarheid in zit.

Mijn ervaring is dat we onbewust veel gevoelens hebben geblokkeerd.
Juist omdat het onbewust gebeurt, verkeren we in de veronderstelling dat we een compleet voelend mens zijn en zijn we de overtuiging toegedaan dat we juist heel diep voelen, want waarom zouden we anders in therapie gaan?
Daar zit ‘m nu vaak de clou!
Bij voorbeeld: als je als kind hebt geleerd dat huilen kinderachtig is dan zul je als het tegen zit sneller geneigd zijn om nijdig te worden en met deuren te slaan dan dat je openlijk een deuntje gaat huilen. Sterker nog; je hebt nauwelijks nog contact met je verdriet.
Als je daarentegen vroeger niet boos mocht worden maar wel heel veel aandacht kreeg als je zielig in een hoekje kroop dan is de kans groot dat je nog steeds je toevlucht neemt tot de slachtofferrol. Je boosheid en daarmee je innerlijke kracht zijn verstopt onder je tranen.

Elk mens hanteert zo zijn verdedigingsmechanismen. Dissociatie, isolatie, bevriezing zijn voorbeelden van slimme overlevingstechnieken om niet te hoeven voelen. Eens had je ze nodig en nu zitten ze –onbewust- in de weg.
Velen van ons hebben een pantsertje om zich heen gebouwd. Ooit was dat nodig om te overleven in een omgeving waar de eisen aan de persoonlijkheid hoger waren dan de waardering voor de volmaaktheid van de ziel. Dat pantser was als een masker dat je al of niet opzette om zo een rol te vervullen waarvan je dacht dat die van je verwacht werd. Soms ben je zo vertrouwd geraakt met een rol, dat je je ermee bent gaan identificeren. Als dat ook nog eens een rol is waarmee je veel waardering oogst, dan is het dubbel zo risicovol om het vertrouwde masker af te zetten. De eeuwige optimist die met een kwinkslag de negatieve lading weet te relativeren en zo iedereen op z’n gemak stelt en zijn eigen gevoelens buiten de deur houdt. Maar denk ook eens aan de hulpverlenende buurvrouw of zorgende huisvrouw, die opeens “Nee” gaat zeggen of de succesvolle zakenman die zijn driedelig grijs aflegt en kiest voor een materieel eenvoudig leven om een andere droom waar te maken.
Hoe eng kan het zijn om toe te geven aan idealen of ideeen die niet gedeeld worden door je omgeving?
Hoe gevoelig ben je voor kritiek?
Hoe kritisch ben je naar jezelf toe?
Als je nauwelijks meer geloof hebt in jezelf en je geringschattend over je kwaliteiten denkt dan wordt het hoog tijd om erachter te komen wanneer die negatieve overtuigingen zich konden vastzetten in je brein.

Soms ontstaat er een crisis is je leven waardoor je haast gedwongen wordt om het roer om te gooien. Dan lijken de omstandigheden het excuus om het anders te doen. De vraag is of je wilt wachten op zo’n crisis of dat je het heft in handen neemt van je eigen leven?
Wat wil je en als je helemaal niet weet wat je wilt, hoe graag wil je op zoek naar vervulling van je bestaan?

 

Rollenspel

Tot op zekere hoogte spelen we allemaal een soort rollenspel. Dan zijn we thuis anders dan op ons werk, steken we onze middelvinger omhoog in het verkeer, maar slaan we onze ogen neer als onze baas onhebbelijk is. Of andersom.
Een mens is als een geslepen diamant met vele facetten. Als het licht erop valt, worden verschillende kleuren zichtbaar. Al naar gelang de omstandigheden krijgt een facet de meeste aandacht: het rood van woede of het geel van gal spuwen, het groen van vertrouwen en verbondenheid of het groen en geel van jaloezie. Alles heeft twee kanten. In therapie ga je op zoek naar jouw kleurenpalet.

Het gaat erom om hart, hoofd en lijf in harmonie te brengen.

  • Je hoofd dat vol overtuigingen zit: dat kan ik toch niet, dat hoor je niet te doen, pas op dat je niet met je kop boven het maaiveld uitsteekt, etc.
  • Je hart dat alle emoties voelt of juist de ledigheid ervaart.
  • Je lijf dat een signaalfunctie heeft voor al dat voelen en denken: het ligt je zwaar op de maag, het is moeilijk te verteren, je hebt geen poot om op te staan, je rug rechten, door de knieën gaan, etc.

Tijdens de therapie krijg je inzicht in gedragspatronen en zullen pijnlijke emoties en oud zeer verwerkt worden waardoor er ruimte ontstaat voor nieuwe levensvreugde. Vaak ook zullen lichamelijke klachten minder worden en zal er sprake zijn van herwonnen vitaliteit.